vrijdag 30 september 2011

@Warmetruiendag...

I'm sorry, my English friends, but this blogpost will be in Dutch this time.

@Warmetruiendag:

Natuurlijk heb ik het artikel gelezen. Het punt is alleen dat ik het niet eens ben met de termen "amateur" en "professioneel".

Ik ben van mening dat deze generatie ontwerpsters van handbreiwerk in deze tijd te weinig kansen krijgt in Nederland om zich te manifesteren. Nederlandse uitgevers zijn op hun hoede - zij vertalen lever dan dat ze ontwerpen van eigen bodem publiceren. En daarmee vertalen zij ook de fouten die in patronen zitten gezellig mee.

De bladen die in de Nederlandse schappen liggen zijn over het algemeen vertaald vanuit het Duits, en daar zitten met grote regelmaat fouten in. Ervaren breisters vissen die er met gemak uit, maar raken daardoor zeer gefrustreerd.

Voor mij is dat altijd al een reden geweest om zelf te ontwerpen - ook al schreef ik die ontwerpen voor 2004 nooit echt op. Ik maakte wat in mij opkwam.

Sinds de komst van Ravelry.com hebben de Nederlandse ontwerpsters - met name door zelfpublicatie - de kans gekregen om andere breisters te bereiken. Goede patronen die door anderen worden nagebreid. (Shannon Okey heeft mij gevraagd om mijn ontwerpen eens op te schrijven, en in te sturen - zo ben ik dus het "professionele vak" ingerold. In tegenstelling tot andere ontwerpers, ontwerp ik al doende...met pen en papier naast mij op de bank...toer voor toer uitschrijvend.)

Maar ook de Amerikaanse en Engelse markt weet ondertussen de Nederlandse ontwerpsters te vinden. Onder meer Janneke Maat, Marleen van der Vorst, Monique Boonstra om er maar een paar te noemen. Janneke staat op dit moment onder de aandacht van Sock Knitters Anonymous - waar mensen ontwerpen van haar kunnen downloaden en breien als opdracht voor September. Marleen en ik hebben samen ontwerpen gehad in Knit Magazine, waardoor een Engels blad een grote Nederlandse invloed heeft. Monique Boonstra breit ongelofelijk mooie kanten sjaals...

De buitenwereld ziet aan de andere kant niet hoeveel moeite Nederlandse ontwerpsters moeten doen om hun ontwerpen in Nederland bekend te krijgen. De oudere breigeneratie leert ons niet kennen, omdat de bladenmarkt dat niet toelaat - zoals ik al eerder schreef domineren de Duitse bladen hier de markt, en worden die soms slecht vertaald. Handwerken zonder grenzen is een van de weinige bladen Nederlandse bladen die ontwerpen van onder meer Carla Meijsen heeft gepubliceerd - maar die is helaas niet overal te vinden.

Nu kom ik dus even terug op de truien...
Ik heb altijd - voor mijn plezier - truien gebreid voor mijzelf en mijn eigen kinderen. Soms simpel (recht toe recht aan kan soms ook heel prettig zijn), soms ingewikkeld (kleuren inbreien, kabels...) Ook dit jaar zal ik voor mijn jongste weer een en ander gaan maken voor komende winter. Hij is 4 en loopt graag in gebreide truien rond. En niet te vergeten: handgebreide sokken.

En natuurlijk ben ik het eens met de stelling dat de kunst van het handbreien moet worden doorgegeven aan de volgende generatie. Ik heb gemerkt dat de PABO er ondertussen ook alweer mee bezig is.

Mijn dochter heeft in het eerste jaar van de PABO haar klas breien geleerd. De basisbeginselen kent zij - maar omdat zij voor een deel linkshandig is heeft zij moeite met bepaalde steken. Haken gaat haar beter af. Maar toch - de energie en de liefde die de breisters in hun werk stoppen, en in de tijd die wordt besteed om het aan anderen te leren is onbetaalbaar.

Carla en Hilly (The Dutch Knitters) nemen nu de tijd om studenten de kunst van het breien aan te leren. Daar is helemaal niks mis mee. Dat jullie een wedstrijd voor studenten organiseren is in principe ook best.

Maar neem ook eens de moeite om goede Nederlandse patronen te verzamelen van de huidige generatie ontwerpsters, publiceer die, zodat meer breisters bereikt kunnen worden. De studenten van nu moeten gaan voelen dat de liefde die de huidige generatie breisters in hun werk stopt belangrijk is. Die liefde moet een volgende generatie in hun werk gaan leggen, om mensen aan te spreken - zodat die hun ontwerp na gaan breien.

Goede ontwerpsters kiezen de garens meestal op gevoel - "laten het garen spreken", zoals mijn vader altijd zei. Zij laten zowel garen, als de persoon voor wie het wordt gebreid op zich inwerken, en creëren daarmee een uniek product.

Dit doen zij niet omdat het moet, maar omdat het kan, en uit liefde voor de breikunst. Dat is onbetaalbaar!

Zoals ik al eerder in een tweet schreef: om de kinderen te motiveren moet je ook de ouders bereiken. Kinderen krijgen te maken met Warme truiendag omdat scholen meedoen. Ouders kunnen de kinderen uitleggen waarom een wollen trui nodig is.

De huidige generatie breisters en ontwerpsters kan daar bij helpen - maar dan moeten ze wel een kans krijgen. Misschien een idee voor 2013?

1 opmerking:

  1. Ik ben het helemaal met je eens, misschien is het een optie om de Libelle en/of Margriet aan te schrijven of Buitenleven en dan op die manier meer bekendheid te krijgen.

    het is voor mij al weer heel lang geleden dat ik wat ontworpen heb, het is bij mij op het moment alleen maar huis opknappen en onkruid wieden...
    en heel af en toe een stukje breien.

    Succes........

    BeantwoordenVerwijderen